Xinjiang: Oeigoeren en moskeeën
Xinjiang is een autonome regio in het noordwesten van China ten Noorden van Tibet. De provincie grenst aan onder meer Pakistan, Kirgizië, Kazachstan, en Mongolië. Deze regio met een oppervlakte van ruim 1,6 miljoen km² is zo'n 40 keer zo groot als Nederland. In deze regio wonen ruim 20 miljoen mensen en zij zijn verdeeld over 47 etnische groepen.
De grootste groep, ruim 8 miljoen, wordt gevormd door de Oeigoeren.
De grootste groep, ruim 8 miljoen, wordt gevormd door de Oeigoeren.
Islamitische cultuur en zondagsmarkt
Mao meer dan levensgroot
De stad Kashgar ligt ten westen van de Taklamakanwoestijn, in het westen van China.Kashgar ligt op 1300 m hoogte aan de voet van het Pamirgebergte en aan de Qashqar darya.
De stad is 2000 jaar oud en was ooit een belangrijk handelsknooppunt. Hier kwamen namelijk vier van de verschillende Zijderoutes bijeen. Kashgar is de meest westelijke stad op de Zijderoute.
Kashgar is een islamitische stad. Het stadsbeeld wordt dan ook voornamelijk bepaald door islamitische architectuur met onder andere de bazaar, het mausoleum van Abakh Hoja, en de grote Id-Kah-moskee.
Daarnaast is er op het Plein van het Volk een 18 meter hoog standbeeld van Mao, een van de weinige grote standbeelden van Mao die is overgebleven in China.
De bevolking bestaat overwegend naast Oeigoeren en Chinezen voornamelijk uit Mongolen, Kazakken, Kirgiezen, Turkmenen, Tadzjieken, en Russen.
Het centrum van de Kashgar wordt gedomineerd door de op het centrale plein gelegen
Id Kah-moskee. Deze moskee biedt ruimte aan 20.000 gelovigen is daarmee een van de grootste moskeeën in China. Het gebouw stamt oorspronkelijk uit 1442, maar werd ten tijde van de Culturele revolutie (1966 - 1969) zwaar beschadigd.
Het mausoleum van Abakh Hoja, 5 km ten oosten van Kashi, dateert uit 1640 en is gebouwd in de Perzische stijl van Isfahan en Samarkand. Het mausoleum wordt beschouwd als de heiligste islamitische site in China.
Abakh Hoja was een belangrijk politiek en religieus leider in deze regio. Hij heerste over zes steden: Kashgar, Korla, Kuqa, Aksu, Khotan en Yarkand. Abakh Hoja ligt opgebaard in een kleurrijk gebouw met vier minaretten en een grote koepel. Het mausoleum bevat de graven van vijf generaties van de Afaq familie. Volgens de legende liggen hier 72 mannen en vrouwen begraven.
Naast de islamitische pracht en praal is de stad beroemd om zijn zondagsmarkt; dit is de grootste markt in de regio. Iedere zondag komen van heinde en verre Oeiguren, Kirgiezen en Chinezen naar de bruisende markt om te kopen en te verkopen. Deze markt bestaat uit twee aparte gedeelten. Een veemarkt en een goederenmarkt.
Van alles is er op de markt te koop: groente en fruit, vloerkleden, meubels, tv-toestellen, bontmutsen, stoffen, kruiden, en hout. Maar ook geiten, koeien, kamelen, schapen, kippen, ganzen en ezels, verwisselen hier van eigenaar. Zelfs de plaatselijke kapper is op de markt aanwezig.
De stad is 2000 jaar oud en was ooit een belangrijk handelsknooppunt. Hier kwamen namelijk vier van de verschillende Zijderoutes bijeen. Kashgar is de meest westelijke stad op de Zijderoute.
Kashgar is een islamitische stad. Het stadsbeeld wordt dan ook voornamelijk bepaald door islamitische architectuur met onder andere de bazaar, het mausoleum van Abakh Hoja, en de grote Id-Kah-moskee.
Daarnaast is er op het Plein van het Volk een 18 meter hoog standbeeld van Mao, een van de weinige grote standbeelden van Mao die is overgebleven in China.
De bevolking bestaat overwegend naast Oeigoeren en Chinezen voornamelijk uit Mongolen, Kazakken, Kirgiezen, Turkmenen, Tadzjieken, en Russen.
Het centrum van de Kashgar wordt gedomineerd door de op het centrale plein gelegen
Id Kah-moskee. Deze moskee biedt ruimte aan 20.000 gelovigen is daarmee een van de grootste moskeeën in China. Het gebouw stamt oorspronkelijk uit 1442, maar werd ten tijde van de Culturele revolutie (1966 - 1969) zwaar beschadigd.
Het mausoleum van Abakh Hoja, 5 km ten oosten van Kashi, dateert uit 1640 en is gebouwd in de Perzische stijl van Isfahan en Samarkand. Het mausoleum wordt beschouwd als de heiligste islamitische site in China.
Abakh Hoja was een belangrijk politiek en religieus leider in deze regio. Hij heerste over zes steden: Kashgar, Korla, Kuqa, Aksu, Khotan en Yarkand. Abakh Hoja ligt opgebaard in een kleurrijk gebouw met vier minaretten en een grote koepel. Het mausoleum bevat de graven van vijf generaties van de Afaq familie. Volgens de legende liggen hier 72 mannen en vrouwen begraven.
Naast de islamitische pracht en praal is de stad beroemd om zijn zondagsmarkt; dit is de grootste markt in de regio. Iedere zondag komen van heinde en verre Oeiguren, Kirgiezen en Chinezen naar de bruisende markt om te kopen en te verkopen. Deze markt bestaat uit twee aparte gedeelten. Een veemarkt en een goederenmarkt.
Van alles is er op de markt te koop: groente en fruit, vloerkleden, meubels, tv-toestellen, bontmutsen, stoffen, kruiden, en hout. Maar ook geiten, koeien, kamelen, schapen, kippen, ganzen en ezels, verwisselen hier van eigenaar. Zelfs de plaatselijke kapper is op de markt aanwezig.
Druiven, rozijnen, en karez
De Vlammende Bergen (Kizilatak)
Turpan is een oasestad in Xinjiang. Turpan was tot zeer laat boeddhistisch; in de loop van de 14de eeuw kreeg de islam er overwicht.
De stad ligt 154 meter onder zeeniveau en is daarmee de laagst gelegen stad op aarde.
Door de lage ligging kan de temperatuur kan hier in de zomermaanden aanzienlijk oplopen. In China staat Turpan bekend als een van de 'vijf bakovens'. De oase beslaat een gebied van 50.000 km² en is beroemd om zijn druiven, rozijnen, en meloenen. De stad Turpan is daarnaast beroemd om zijn ondergrondse irrigatiekanalen, de zgn. karez. De gesmolten sneeuw van het Tiangebergte vormt het water voor de karez. Het smeltwater wordt gebruikt voor de irrigatie van Turpan en omgeving. Op het hoogtepunt van de ontwikkeling van dit irrigatiesysteem, had het een lengte van zo’n 5.000 kilometer en werd het ook wel de ondergrondse Chinese Muur genoemd.
Turpan was een belangrijke halteplaats aan de Zijderoute; hier gingen de zuidelijke en de noordelijke routes uiteen. De Emin Moskee is in 1776 gebouwd in opdracht van Suleiman Hoja, de toenmalige Khan van het koninkrijk Turpan. Deze moskee is in Afghaanse stijl gebouwd met een enkele minaret. De minaret is rond, versmalt zich naar de top toe, en is 44 meter hoog. Naast de moskee ligt de begraafplaats met geometrische gevormde graven.
Ten oosten van Turpan strekken de Vlammende Bergen (Kizilatak is (Uygurs voor `Rode Berg') zich uit. De bergen zijn 100 km lang en 10 km breed. In de middagzon lijkt het of de bergen in brand staan, vandaar de naam Vlammende Bergen. Ten zuiden liggen de Astana Boeddhistische Graftombes. Het zijn de graven van de overleden uit Gaochang en dateren van de 2de tot de 8de eeuw.
Een kleine 50 km ten westen van de stad, tussen de Vlammende Bergen, liggen de Duizend Buddha Grotten van Bezeklik. In totaal zijn er 64 grotten daterend uit de 6de - 13de eeuw, die voornamelijk Tang-fresco's bevatten. De meeste grotten zijn in zeer slechte staat als gevolg van vernietigingen door moslims en plunderingen door Westerse avonturiers in de eerste helft van de 20de eeuw.
Even ten westen van Turpan ligt Jiaohe, een ruïne van een oude citadel uit de Han-dynastie. De citadel werd gebruikt om de uiterste grens van het Chinese rijk te verdedigen. Jiaohe was tussen de 2e en 5e eeuw de hoofdstad van het koninkrijk Che Si Qian. De Mongolen verwoesten in de 13e eeuw de stad volledig.
Ten zuidoosten van Turpan markeren de ruïnes van Gaochang een tweede garnizoenstad uit de Han-dynastie. In 327 werd de prefectuur Gaochang gevestigd. Na de val van de Noordelijke Liang in 439 regeerden verscheidene koningen successievelijk over het onafhankelijke en behoorlijk machtige Gaochang Rijk.
In 640 accepteerde Gaochang de soevereiniteit van de Tang-dynastie. In de 7de - 13de eeuw, woonden er zo'n 30.000 mensen in Gaochang. De stad werd door de Mongolen in de 13de eeuw ingenomen en is sindsdien verlaten. Het is een van de grootste van de `verloren steden' langs de Zijderoute. De ruïnes zijn gebouwd op löss. De stad heeft een vierkante muur van aangestampte aarde met een omtrek van ongeveer 5 km. Gaochang heeft een oppervlakte van een kleine 2 km².
De stad ligt 154 meter onder zeeniveau en is daarmee de laagst gelegen stad op aarde.
Door de lage ligging kan de temperatuur kan hier in de zomermaanden aanzienlijk oplopen. In China staat Turpan bekend als een van de 'vijf bakovens'. De oase beslaat een gebied van 50.000 km² en is beroemd om zijn druiven, rozijnen, en meloenen. De stad Turpan is daarnaast beroemd om zijn ondergrondse irrigatiekanalen, de zgn. karez. De gesmolten sneeuw van het Tiangebergte vormt het water voor de karez. Het smeltwater wordt gebruikt voor de irrigatie van Turpan en omgeving. Op het hoogtepunt van de ontwikkeling van dit irrigatiesysteem, had het een lengte van zo’n 5.000 kilometer en werd het ook wel de ondergrondse Chinese Muur genoemd.
Turpan was een belangrijke halteplaats aan de Zijderoute; hier gingen de zuidelijke en de noordelijke routes uiteen. De Emin Moskee is in 1776 gebouwd in opdracht van Suleiman Hoja, de toenmalige Khan van het koninkrijk Turpan. Deze moskee is in Afghaanse stijl gebouwd met een enkele minaret. De minaret is rond, versmalt zich naar de top toe, en is 44 meter hoog. Naast de moskee ligt de begraafplaats met geometrische gevormde graven.
Ten oosten van Turpan strekken de Vlammende Bergen (Kizilatak is (Uygurs voor `Rode Berg') zich uit. De bergen zijn 100 km lang en 10 km breed. In de middagzon lijkt het of de bergen in brand staan, vandaar de naam Vlammende Bergen. Ten zuiden liggen de Astana Boeddhistische Graftombes. Het zijn de graven van de overleden uit Gaochang en dateren van de 2de tot de 8de eeuw.
Een kleine 50 km ten westen van de stad, tussen de Vlammende Bergen, liggen de Duizend Buddha Grotten van Bezeklik. In totaal zijn er 64 grotten daterend uit de 6de - 13de eeuw, die voornamelijk Tang-fresco's bevatten. De meeste grotten zijn in zeer slechte staat als gevolg van vernietigingen door moslims en plunderingen door Westerse avonturiers in de eerste helft van de 20de eeuw.
Even ten westen van Turpan ligt Jiaohe, een ruïne van een oude citadel uit de Han-dynastie. De citadel werd gebruikt om de uiterste grens van het Chinese rijk te verdedigen. Jiaohe was tussen de 2e en 5e eeuw de hoofdstad van het koninkrijk Che Si Qian. De Mongolen verwoesten in de 13e eeuw de stad volledig.
Ten zuidoosten van Turpan markeren de ruïnes van Gaochang een tweede garnizoenstad uit de Han-dynastie. In 327 werd de prefectuur Gaochang gevestigd. Na de val van de Noordelijke Liang in 439 regeerden verscheidene koningen successievelijk over het onafhankelijke en behoorlijk machtige Gaochang Rijk.
In 640 accepteerde Gaochang de soevereiniteit van de Tang-dynastie. In de 7de - 13de eeuw, woonden er zo'n 30.000 mensen in Gaochang. De stad werd door de Mongolen in de 13de eeuw ingenomen en is sindsdien verlaten. Het is een van de grootste van de `verloren steden' langs de Zijderoute. De ruïnes zijn gebouwd op löss. De stad heeft een vierkante muur van aangestampte aarde met een omtrek van ongeveer 5 km. Gaochang heeft een oppervlakte van een kleine 2 km².